Spelregels achttal
hockey
Hoe ziet het speelveld eruit?
Veldmarkeringen in de vorm van pylonnen
Doelmarkeringen in de vorm van pylonnen
De zijlijnen doen dienst als achterlijnen. De achterlijn en
middenlijn doen dienst als zijlijnen.
In plaats van een cirkel is er het 15 meter doelgebied. Dit
wordt aangegeven door de pylonnen. Beschikt de vereniging over een veld met
twee “oefen”cirkels in breedte richting van het veld, dan is het doelgebied de
cirkel.
De doelen worden midden op de “achterlijn’ gezet d.m.v.
pylonnen of originele (mini)doelen (achterplank met zijschotten). Deze hebben
een onderlinge afstand van 3,66m (de normale breedte van een hockeydoel).
Het wedstrijddoel (11:11) op de zijlijn, in verband met
gevaar, tijdens het spelen weghalen.
De bal
De bal die gebruikt wordt is een normale hockey bal.
Teams
Een team bestaat uit maximaal 7 veldspelers en 1
doelverdediger. Er mogen wisselspelers zijn.
Spelers mogen worden gewisseld op elk moment bij de (denkbare)middenlijn,
maar niet als er een strafcorner is toegekend. Eerst speler eruit dan (wissel)
speler erin.
De doelverdediger draagt een helm, legguards, klompen,
handschoenen, een body protector en een tok. Het is niet toegestaan om met een
‘vliegende keep’ te spelen.
Voordat de wedstrijd begint loten (tossen) de aanvoerders.
Het team dat de toss wint, kiest voor de beginslag of voor een speelhelft.
Wedstrijdduur
Een wedstrijd duurt 2x30 minuten met een korte rust van
maximaal 5 minuten.
Spelleiding
Nu het speelveld groter is en het spel sneller wordt
gespeeld zal, wordt het spel geleid door twee spelbegeleiders. De
spelbegeleiders zijn geen scheidsrechters en moeten het spel begeleiden. Indien
nodig kunnen zij het spel onderbreken om uitleg te geven over situaties die de
spelers niet begrijpen.
Algemene regels
Het spelen van de bal mag alleen met de platte kant van de
stick.
Ook met de zijkant van de stick mag worden gespeeld maar
niet als de bal hiermee omhoog gaat.
Binnen de cirkel of het 15 meter doelgebied mag de
doelverdediger de bal stoppen met het lichaam, schoppen met zijn klomp (maar
niet gevaarlijk omhoog) of tegenhouden met de handschoen en wegslaan.
Doelpunt
Een
doelpunt wordt gescoord wanneer de bal binnen het doelgebied door een aanvaller
is gespeeld of als de bal via een voet of stick van een verdediger in het doel
gaat. (gewijzigd)
De bal mag bij een poging op doel niet hoger dan 46cm
(plankhoogte) worden gespeeld.
Gevaarlijk en ruw
spel
Gevaarlijk en ruw spel zijn altijd verboden. Hieronder valt:
- ‘snijden’ (de bal met opzet omhoog spelen)
- (naar) spelers (of hun stick) slaan of trappen, vasthouden
of duwen, laten struikelen, blokkeren met het lichaam, of ander onsportief
gedrag
- de bal opzettelijk tegen een speler aan spelen
Wat mag niet?
1) gevaarlijk zwaaien met de stick
2) op de stick slaan van een tegenstander
3) de bal hoog spelen
4) je tegenstander duwen
5) de bal met de voet spelen
Afhouden
Het is niet toegestaan een tegenstander van de bal af te
houden door tussen hem en de bal te draaien waardoor de tegenstander de bal
niet kan spelen. Dit kan met het lichaam of met de stick.
Afstandsregel
Bij een spelhervatting moet de tegenstander minimaal 5 meter afstand van de bal
nemen. Bij een aanvallende vrije slag bij het doelgebied moeten beide partijen
minimaal 5 meter
afstand van de bal nemen.
Begin van het spel
De beginslag wordt genomen vanaf het midden van het veld en
deze mag in alle richtingen worden gespeeld. Na de rust is de beginslag voor
het andere team. De tegenstanders moeten minimaal 5 meter afstand van de bal
houden.
Vrije slag
De bal:
- moet genomen worden op de plaats van de overtreding.
- moet stil liggen.
- mag niet omhoog worden gespeeld.
- mag vanaf 5
meter van het doelgebied nooit rechtstreeks het
doelgebied ingespeeld worden
De bal moet dan:
- eerst 5
meter hebben afgelegd of
- eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt
voordat hij het doelgebied in gaat.
Aanvaller maakt een overtreding binnen het doelgebied
De verdedigende partij krijgt een vrije slag. De bal moet op
de 15 meterlijn worden gelegd recht tegenover de plaats waar de overtreding
heeft plaats gevonden. Afstand tegenpartij minimaal 5 meter.
Verdediger maakt een overtreding binnen 5 meter van het doelgebied
De aanvallende partij krijgt een vrije slag. De vrije slag
moet zo dicht mogelijk bij de plek van de overtreding worden genomen, maar niet
binnen 5 meter
van het doelgebied. Afstand beide partijen(behalve de nemer) minimaal 5 meter.
Verdediger maakt een onopzettelijke overtreding in het
doelgebied
De aanvallende partij krijgt een strafcorner.
Verdediger maakt een opzettelijke overtreding binnen het
15m gebied, maar buiten de cirkel/doelgebied.
De aanvallende partij krijgt een strafcorner
Verdediger slaat met opzet de bal over zijn eigen
achterlijn
De aanvallende partij krijgt een strafcorner
Verdediger maakt een opzettelijke overtreding in het
doelgebied of een niet opzettelijke overtreding waardoor een doelpunt wordt
voorkomen
De aanvallende partij krijgt een strafbal
Uitslaan
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een aanvaller, over
de achterlijn: uitslaan door een verdediger op de 15 meterlijn recht tegenover
de plaats waar de bal over de achterlijn ging. Afstand alleen de aanvallende
partij 5 meter.
Lange corner
De bal gaat, als laatste aangeraakt door een verdediger,
zonder opzet over de achterlijn:lange corner voor het aanvallende team.
De bal wordt op zijlijn gelegd, 5 meter van de achterlijn.
De bal mag niet rechtstreeks richting doel worden gespeeld.
De bal moet eerst 5 meter
zijn verplaatst of zijn aangeraakt door een andere speler. Afstand beide
partijen(behalve de nemer) minimaal 5 meter.
Inslaan
Vrije slag op de zijlijn daar waar de bal over de zijlijn
ging door het team dat de bal niet het laatst aanraakte.
Inslaan binnen
doelgebied door aanvaller
De bal mag niet rechtstreeks richting doel worden gespeeld.
De bal moet eerst 5 meter
zijn verplaatst of zijn aangeraakt door een andere speler. Afstand beide
partijen minimaal 5 meter.
Strafcorner
De bal
- moet op de achterlijn, minimaal 10 meter van het doel
gelegd worden.
- mag van beide kanten van het doel aangespeeld worden.
- moet eerst buiten de cirkel of het 15 meter doelgebied zijn
gespeeld.
- mag niet hoger dan plankhoogte(46cm) in het doel komen.
De verdedigers (4 spelers + 1 keep)
- moeten voeten en sticks achter de doellijn/achterlijn
hebben.
- mogen pas uitlopen als de bal gespeeld is.
De overige verdedigers moeten achter de andere 15m lijn
staan.
De aangever
- die de bal aangeeft moet ten minste 1 voet achter de achterlijn
plaatsen.
- moet de bal in1 keer spelen
- mag geen schijnbeweging maken
De aanvallers
- moeten zich buiten de cirkel of het 15 meter doelgebied
opstellen.
- mogen, na aangeven, in het doelgebied komen.
Strafbal
De tijd wordt stil gezet.
De bal
- wordt op 6,4m midden voor het doel gelegd.
- mag niet hoger dan plankhoogte(46cm) in het doel worden
gespeeld.
De doelverdediger
- moet met beide voeten op de doellijn.
- mag pas van de doellijn komen als de aanvaller de bal
heeft gespeeld. Bij te vroeg van de doellijn, wordt de strafbal opnieuw
genomen. Tenzij wordt gescoord, dan telt doelpunt.
De nemer
- moet achter de bal staan
- moet wachten op het fluitsignaal van de spelleider.
Speelt de nemer de bal voordat de scheidsrechter heeft
gefloten; strafbal opnieuw nemen als de bal in het doel gaat.
Als de bal niet in
het doel gaat volgt een vrije slag verdediging op 15m midden voor het doel.
- mag de bal alleen met een push, flick of scoop spelen.
Geen (schuif-) slag.
- mag de bal maar 1x spelen
- mag geen schijnbeweging maken
De overige spelers moeten tijdens het nemen van de strafbal
achter de 15 meterlijn staan.
Een strafbal eindigt zonder doelpunt als:
- de aanvaller een overtreding maakt = vrije slag
verdedigende partij op 15m midden voor het doel
- de doelverdediger de bal stopt =vrije slag verdedigende
partij op 15m midden voor het doel
- de bal de doellijn niet haalt = vrije slag verdedigende
partij op 15m midden voor het doel
Self-pass
Bij beginslag, vrije slag, inslaan, uitslaan en lange corner
mag de nemer de bal zelf spelen zonder dat hij de bal naar een medespeler moet
spelen. De speler moet eerst duidelijk de bal een tikje geven en mag daarna
verder spelen.
Time-out
Een time-out kan worden gegeven om de coaches van beide
teams gelegenheid te geven de spelers extra aanwijzingen te geven, zodat het
spel beter kan verlopen.
- een time-out kan op initiatief van de spelleider worden
gegeven
- een time-out kan gevraagd worden door de coach van een
team